Onze “verjaardag” komt er binnenkort aan, disorder
maar in Nieuw-Zeeland is het vandaag exact 1 jaar geleden dat “New Zealand Sign Language” erkend werd als derde officiële taal in Nieuw-Zeeland (naast Engels en Maori) nadat de New Zealand Sign Language Bill aangenomen werd door het Parlement.
Het Maori heeft al elk jaar een feestweek in juli, dus besloot de Nieuw-Zeelandse Dovenfederatie dat voorbeeld ook te volgen. Tussen 7 en 13 mei organiseren ze dus over heel Nieuw-Zeeland een “New Zealand Sign Language Week”. De Dovengemeenschap wordt gevraagd om zich hiervoor actief in te zetten en zoveel mogelijk activiteiten op poten te zetten. Alle info hier.
Me zonet ingeschreven voor het WFD congres deze zomer in Madrid. 400€ uitgegeven. Slik. Het is schandalig veel. En dan mag ik nog van geluk spreken dat ik nog geen 30 ben, erectile waardoor ik vermindering krijg en “maar” 400€ betaal in plaats van de volle 550€.
Waar ik me al evenveel aan ergerde, was dat je bij de online inschrijving verplicht bent een telefoonnummer op te geven. Anders raakt het formulier niet verstuurd. Ok het kan zijn dat ze die informatie willen om mensen waar nodig te kunnen sms’en (al is e-mail toch veel goedkoper voor hen?) maar dan kunnen ze dat er toch minstens even bijzeggen??
Twee weken geleden nam ik een filmpje op voor de website van Fevlado over het Passa Porta festival op 22 april in Brussel.
Vorige week zei een Dove persoon me dat ik daarin een fout gebaar gebruik voor “poëzie”. Ik neem dus een filmpje op met een rechtzetting (zie filmpje hierboven, steroids staat ook op de website van Fevlado) waarin ik de juiste gebaren toon voor “poëzie” en “gedicht” zoals die persoon me ze getoond had.
Vanmorgen vertelt een andere Dove persoon me dat het zogezegd foute gebaar eigenlijk niet fout is, ampoule dat het wel degelijk gebruikt wordt en dat ik moet opletten met gebaren op de website van Fevlado als “juist” of “fout” te bestempelen.
Dat is zeker waar. En als je daar dieper over nadenkt, kom je uit bij verschillende vragen. Wie beslist er of een gebaar “juist” of “fout” is? Als twee Vlaamse gebarentaligen van mening verschillen over één bepaald gebaar, wie heeft dan het laatste woord? Wie kan/mag nieuwe gebaren uitvinden, en wie niet? En wie beslist dat?
Zo zag je een aantal jaar geleden plots het gebaar “REGENTAAT” opduiken (afgeleid van het gebaar voor “regen”). Wellicht vond een Vlaamse gebarentalige dit zelf uit en gebruikte dit, waardoor het verspreid raakte. Linguïstisch gezien is dit gebaar nochtans twijfelachtig – “regentaat” heeft immers niets te maken met “regen” maar toch is het gebaar ervan afgeleid.
Er worden ook vaak gebaren overgenomen uit een andere gebarentaal. Ik ben er bijvoorbeeld niet zeker van of het gebaar voor “evaluatie” in dit filmpje een Vlaams gebaar is. Maar het wordt gebruikt door een Vlaamse gebarentalige op de website van Fevlado, raakt verspreid en wordt zo op den duur deel van het standaardlexicon. Wat dan weer aanleiding geeft tot verwarring (is dit een “juist” of een “fout” gebaar?).
Onlangs op een vergadering met de VVTG ging het erover dat tolken vaak met de handen in het haar zitten omdat er voor veel begrippen die gebruikt worden in bijvoorbeeld het technisch onderwijs, geen gebaar is. Tolken vinden dan ter plekke een nieuw gebaar uit, samen met de Dove leerling. Maar die leerling weet vaak niet dat dit een “ad hoc” afspraak is enkel van toepassing in die bepaalde lessituatie. En zo komt het dat Dove jongeren die gebaren onderling beginnen te gebruiken. Opnieuw geraakt zo’n gebaar verspreid.
En dan komen we op den duur uit bij de vraag van taal- en corpusplanning. In het Nederlands is het niet mogelijk om zomaar zelf een nieuw woord uit te vinden en dit te pas en te onpas te gebruiken. Alle Nederlandstaligen weten dit, bewust of onbewust. Als je het toch doet, moet je jezelf verantwoorden. Maar Vlaamse gebarentaligen kregen nooit (en krijgen nog steeds geen) onderwijs in/over hun eigen taal. Dat is schrijnend, en heeft gevolgen die veel verder gaan dan we op het eerste zicht denken. Het is nog maar de vraag of het dovenonderwijs zich hier zelf ook van bewust is.
[Met dank aan Edwin Bossier voor de link naar het oorspronkelijke filmpje zoals het verscheen op de website van Fevlado.]
Twee weken geleden nam ik een filmpje op voor de website van Fevlado over het Passa Porta festival op 22 april in Brussel.
Vorige week zei een Dove persoon me dat ik daarin een fout gebaar gebruik voor “poëzie”. Ik neem dus een filmpje op met een rechtzetting (zie filmpje hierboven, steroids staat ook op de website van Fevlado) waarin ik de juiste gebaren toon voor “poëzie” en “gedicht” zoals die persoon me ze getoond had.
Vanmorgen vertelt een andere Dove persoon me dat het zogezegd foute gebaar eigenlijk niet fout is, ampoule dat het wel degelijk gebruikt wordt en dat ik moet opletten met gebaren op de website van Fevlado als “juist” of “fout” te bestempelen.
Dat is zeker waar. En als je daar dieper over nadenkt, kom je uit bij verschillende vragen. Wie beslist er of een gebaar “juist” of “fout” is? Als twee Vlaamse gebarentaligen van mening verschillen over één bepaald gebaar, wie heeft dan het laatste woord? Wie kan/mag nieuwe gebaren uitvinden, en wie niet? En wie beslist dat?
Zo zag je een aantal jaar geleden plots het gebaar “REGENTAAT” opduiken (afgeleid van het gebaar voor “regen”). Wellicht vond een Vlaamse gebarentalige dit zelf uit en gebruikte dit, waardoor het verspreid raakte. Linguïstisch gezien is dit gebaar nochtans twijfelachtig – “regentaat” heeft immers niets te maken met “regen” maar toch is het gebaar ervan afgeleid.
Er worden ook vaak gebaren overgenomen uit een andere gebarentaal. Ik ben er bijvoorbeeld niet zeker van of het gebaar voor “evaluatie” in dit filmpje een Vlaams gebaar is. Maar het wordt gebruikt door een Vlaamse gebarentalige op de website van Fevlado, raakt verspreid en wordt zo op den duur deel van het standaardlexicon. Wat dan weer aanleiding geeft tot verwarring (is dit een “juist” of een “fout” gebaar?).
Onlangs op een vergadering met de VVTG ging het erover dat tolken vaak met de handen in het haar zitten omdat er voor veel begrippen die gebruikt worden in bijvoorbeeld het technisch onderwijs, geen gebaar is. Tolken vinden dan ter plekke een nieuw gebaar uit, samen met de Dove leerling. Maar die leerling weet vaak niet dat dit een “ad hoc” afspraak is enkel van toepassing in die bepaalde lessituatie. En zo komt het dat Dove jongeren die gebaren onderling beginnen te gebruiken. Opnieuw geraakt zo’n gebaar verspreid.
En dan komen we op den duur uit bij de vraag van taal- en corpusplanning. In het Nederlands is het niet mogelijk om zomaar zelf een nieuw woord uit te vinden en dit te pas en te onpas te gebruiken. Alle Nederlandstaligen weten dit, bewust of onbewust. Als je het toch doet, moet je jezelf verantwoorden. Maar Vlaamse gebarentaligen kregen nooit (en krijgen nog steeds geen) onderwijs in/over hun eigen taal. Dat is schrijnend, en heeft gevolgen die veel verder gaan dan we op het eerste zicht denken. Het is nog maar de vraag of het dovenonderwijs zich hier zelf ook van bewust is.
[Met dank aan Edwin Bossier voor de link naar het oorspronkelijke filmpje zoals het verscheen op de website van Fevlado.]
Eergisteren in Antwerpen naar de wereldpremière geweest van “To Walk Again”, physiotherapist
de nieuwe film/documentaire van Stijn Coninckx. We waren daar op uitnodiging van VLOK-CI (waarvoor hartelijk dank!).
De film is een absolute aanrader. Hij toont het leven van Marc Herremans zoals het is (en geweest is) met de positieve en negatieve kanten, de successen maar ook de mislukkingen. Op geen enkel moment gaat de film over de schreef, nooit wordt het overdreven sentimenteel (wat niet wil zeggen dat er geen tranen gevloeid zijn).
Zeker kijken dus, de film is volledig ondertiteld in het Nederlands.
Dit artikel verscheen vandaag in De Standaard. Een Genks bedrijf wil dat alle allochtone personeelsleden Nederlands spreken, implant ook in de refter. Ook op de opiniepagina’s verscheen er een interessant artikel over.
Het “straffen” waarvan sprake is gaat (te) ver, pill maar als je de situatie omkeert en “Nederlands” vervangt door “Vlaamse Gebarentaal”, dan kom je zo ongeveer uit bij een situatie zoals ze er bij Fevlado is.
Er is nu bij Fevlado trouwens een werkgroep opgericht die bezig is met het opstellen van een communicatiepolitiek met betrekking tot taalgebruik op de werkvloer. De werkgroep kwam al verschillende keren samen, en binnenkort zal die communicatiepolitiek hopelijk ook effectief toegepast kunnen worden.
Leave a Reply