Vanmiddag stemde de Eerste Kamer over het wetsvoorstel Erkenning Nederlandse Gebarentaal, dat unaniem aangenomen werd. Hiermee is de Nederlandse Gebarentaal (NGT) nu eindelijk een officiële taal in Nederland. Proficiat aan de Nederlandse gebarentaalgemeenschap en in het bijzonder de mensen die hier jarenlang voor gestreden hebben!
Het wetsvoorstel is een initiatief van Attje Kuiken (PvdA), Carla Dik-Faber (CU) en Jessica van Eijs (D66) en kwam er door jarenlang lobbywerk van vooral Dovenschap, de laatste jaren voornamelijk uitgevoerd door Corrie Tijsseling en Eva Westerhoff. Maar ook heel wat andere organisaties en individuele mensen waren jarenlang betrokken.
Er zijn weinig Europese landen die zo lang hebben moeten wachten op juridische erkenning van hun nationale gebarentaal/gebarentalen als Nederland, dus de erkenning is meer dan een belangrijke mijlpaal. De laatste 30 jaar is de erkenning van NGT meermaals aan bod gekomen maar zoals de initiatiefnemers van de wet schrijven is er daarbij telkens gekozen voor een pragmatische aanpak en werd ingezet op maatschappelijke en politieke erkenning van de NGT. Heel wat voorzieningen voor dove gebarentaligen en ter bevordering van NGT zijn in Nederland inderdaad al erg goed geregeld in wet- en regelgeving (de memorie van toelichting bij de Wet heeft een indrukwekkende lijst met huidige voorzieningen). Zo zijn er in Nederland al jarenlang tolken NGT bij de ochtendjournaals en het jeugdjournaal, kunnen dove leerlingen en studenten voltijds beroep doen op een tolk, zijn er wettelijke voorzieningen over tweetalig onderwijs Nederlands/NGT, enzovoort. Maar de juridische erkenning, die bleef uit. En eigenlijk betekent dat zoveel als het niet erkennen van dove mensen zelf. Zonder juridische erkenning blijft de positie van NGT ook kwetsbaar(der). Voor een aanzienlijk deel van de dovengemeenschap is de NGT een belangrijke taal, en de initiatiefnemers stellen expliciet dat medisch-technische innovaties hier geen verandering in hebben gebracht.
In 2002 is er al een standaardisatie geweest van het Basis- en Onderwijs Lexicon van de NGT, in opdracht van verschillende Ministeries. De overheid had dit als voorwaarde gesteld voor juridische erkenning van NGT. Deze standaardisatie heeft tot op vandaag invloed op de taalplanning van de NGT, maar de overheid kwam haar belofte nooit na. Het is ook een vreemde eis om te stellen – eenzelfde voorwaarde is nooit gesteld voor de juridische erkenning van gesproken regionale minderheidstalen in Nederland zoals het Fries of Nedersaksisch.
Maar nu is ze er dus eindelijk, de langverwachte juridische erkenning van de Nederlandse Gebarentaal.
Wat staat er nu eigenlijk in de wet erkenning NGT?
De Wet heeft veertien artikels en drie belangrijke ankerpunten.
- De kern van de wet is de juridische erkenning van NGT als een officiële taal in Nederland, naast het Nederlands en het Fries (erkend in de Wet gebruik Friese taal sinds 2013). Deze wettelijke erkenning houdt in dat dove mensen het recht hebben om de NGT te gebruiken en informatie te krijgen in de NGT.
- Naast de (symbolische) erkenning als officiële taal wil het wetsvoorstel ook het gebruik van de NGT bevorderen. De initiatiefnemers van de wet zien hiervoor vooral een verantwoordelijkheid bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, omdat deze verantwoordelijk is voor het taalbeleid in Nederland, en voor overheidscommunicatie. Deze Minister krijgt de taak om een beleid te voeren dat erop gericht is te bevorderen (ja dat lees je goed) dat er vaker gebruik gemaakt wordt van de NGT bij openbare toespraken van het kabinet, in het bestuurlijk verkeer en het rechtsverkeer. De Minister moet over het gevoerde beleid jaarlijks rapporteren aan de Tweede Kamer. Wat betekent dit nu precies? De Minister kan dit zelf invullen maar de initiatiefnemers van de wet denken aan het volgende:
- Openbare toespraken van het kabinet: de wekelijkse persconferentie van de Minister-President op vrijdag na de ministerraad en het gesprek met de Minister-President dat ’s avonds wordt uitgezonden;
- Het bestuurlijk verkeer gaat over de communicatie tussen overheid en burgers. Dit zou kunnen betekenen dat dove gebarentaligen bij de afdeling Burgerzaken van hun gemeente de NGT kunnen gebruiken. De initiatiefnemers leggen ook de nadruk op het ‘onverwijld’ live tolken van crisiscommunicatie in NGT, zeker na de aanslagen in Utrecht in 2019 en de communicatie rond COVID-19.
- Het rechtsverkeer is juridisch-maatschappelijk verkeer. Ook hier moet het gebruik van NGT worden bevorderd. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een eed, gelofte of bevestiging in de NGT kan worden afgelegd. Artikels 6 en 7 voorzien in de mogelijkheid de NGT te gebruiken in juridische settings zoals een verhoor (zowel in het geval van een gebarentalige die het verhoor afneemt als verhoord moet worden) en strafzaken en civiele zaken.
- De Wet voorziet in de oprichting van een Adviescollege voor de NGT. Dit adviescollege zal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties adviseren over het beleid om het gebruik van de NGT te bevorderen. In de praktijk zal het Adviescollege ondergebracht worden onder het Nederlands Gebarencentrum, dat ook de leden van het Adviescollege zal voordragen. Het takenpakket van het Nederlands Gebarencentrum wordt dus uitgebreid.
Financiële aspecten
Welke financiële gevolgen heeft de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal? Niet zo duidelijk op dit moment. Wat de Memorie van Toelichting wel weet te zeggen is dit:
- De vijf leden van het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal krijgen een vergoeding volgen de Wet vergoedingen adviescollege en commissies.
- Het Adviescollege krijgt voor hun wettelijk opdracht ook een klein budget; de initiatiefnemers schatten dat 50.000 EUR met ingang van 2020 voldoende zal zijn.
- Het Adviescollege zal ook periodiek onderzoek moeten laten verrichten naar de staat van de NGT, om hun adviserende taak goed te kunnen uitvoeren. Hiervoor zal het Adviescollege ‘beperkte middelen’ nodig hebben.
- De initiatiefnemers verwachten ook ‘beperkte kosten’ verbonden aan het tolken van publieke optredens van de leden van het kabinet, en van crisiscommunicatie.
Wat is er bijzonder aan de Wet erkenning NGT?
- De wet gebruikt de term ‘gebarentaligen’, gedefinieerd als ‘personen die de NGT machtig zijn’. Mogelijk is dit beïnvloed door het gebruik van ‘gebarentaligen’ in het (gewijzigd) decreet erkenning van de Vlaamse Gebarentaal. In sommige artikels wordt er specifiek gesproken over het recht van dove gebarentaligen (bijvoorbeeld Artikel 4 over voorzien van crisiscommunicatie in NGT) maar in andere artikels gaat het breder over ‘gebarentaligen’, bv. in artikel 5 over het recht op een eed of belofte af te leggen in NGT. Dat houdt in dat dit recht ook geldt voor horende gebarentaligen.
- Er zijn enkele overeenkomsten met de Wet gebruik Friese Taal (merk op dat deze wet ‘gebruik’ in de titel heeft, en niet ‘erkenning’). Deze wet maakt het bijvoorbeeld ook mogelijk een eed af te leggen in het Fries (in de wet worden zelfs de specifieke Friese formuleringen gegeven). De wet voorziet in een Orgaan voor de Friese Taal met een gelijkaardige opdracht.
- Artikel 10 van de Wet erkenning NGT stelt dat het belangrijk is dat dove gebarentaligen in NGT geïnformeerd worden over deze nieuwe wet. De Minister moet in de Staatscourant mededeling doen van de vertaling van de wet in NGT (te publiceren op de website van de Rijksoverheid). Ook dit artikel is gelijkaardig aan dat in de Wet gebruik Friese Taal, dat voorziet in een Friese vertaling van de wet. Het is wel opmerkzaam dat de versie in NGT niet in de Staatscourant verschijnt maar op de website van de Rijksoverheid. Mogelijk heeft dit te maken met technische beperkingen?
- Het is verfrissend om te zien dat deze wet gaat over de erkenning van de NGT an sich, en niet over tolkvoorzieningen. Op hetzelfde moment, en net als bij veel andere wetgeving erkenning gebarentalen, gaat men er impliciet vanuit dat de meeste bepalingen in de wet in de praktijk zullen uitgevoerd worden door het inschakelen van tolken. In de praktijk zijn veel voorzieningen al goed geregeld, in wet- en regelgeving. De initiatiefnemers stellen dat deze wet gaat over de dovengemeenschap die recht heeft op NGT. Daaruit volgt dan dat goede tolkvoorzieningen noodzakelijk zijn. Op dit vlak heeft de Wet erkenning NGT gelijkenissen met andere gebarentaalwetgeving zoals de Finse, die ook tot doel heeft de bestaande wetgeving te versterken, en de rechten van dove gebarentaligen steviger te verankeren.
- Adviescollege NGT. In Vlaanderen hebben we sinds 2008 een Adviescommissie Vlaamse Gebarentaal met een bijna identieke opdracht als het Adviescollege NGT. Ik ben zelf al meer dan 10 jaar lid en heb vanuit die ervaring een aantal aandachtspunten.
- Een belangrijk verschil tussen de wetten erkenning NGT en VGT is dat de wet erkenning VGT specifiek de verhouding doof/horende leden omschrijft, en de gewenste profielen. Expertise is uiteraard niet ‘doof’ of ‘horend’, maar gezien de geschiedenis van gebarentaalplanning, die vaak door horende professionals gebeurde, is de verhouding wel een belangrijk aandachtspunt. In de Vlaamse commissie bijvoorbeeld moeten minstens de helft van de (minimaal tien en maximaal vijftien) leden dove gebarentaligen zijn. Als er te weinig geschikte kandidaten zijn, moet er een nieuwe oproep gelanceerd worden. Uiteraard garandeert een meerderheid dove leden geen succesvol adviescollege, het is heel wat complexer dan dat en er zijn nog heel wat andere kwesties om in overweging te nemen bij de samenstelling én de werking (geen plaats om die hier te bespreken maar zie het hoofdstuk dat ik schreef met Joseph Murray en Rachel McKee in de lijst onderaan deze blog).
- Een ander belangrijk aandachtspunt is de voertaal van de vergaderingen van het Adviescollege. Het lijkt logisch dat die NGT is, maar in de beginjaren van de Vlaamse commissie was er bij sommige horende leden weerstand om VGT te gebruiken als vergadertaal (ondanks het feit dat ze wel VGT konden). Ze stelden dat het niet hun moedertaal was, dat ze niet vaardig genoeg waren in VGT of dat ze het storend vonden om op hetzelfde moment de tolken te horen. Dove commissieleden bleven toch aandringen op een verandering in het taalbeleid (ondertussen ook gesteund door enkele nieuwe horende leden) en na twee jaar (!) werd beslist dat VGT de voertaal zou zijn op vergaderingen, en dat de mogelijkheid om te vergaderen in VGT een voorwaarde is voor lidmaatschap. Iedereen gebaart dus tijdens vergaderingen, doof en horend, al zijn er toch nog steeds tolken aanwezig omdat de secretaris van de commissie (personeel van de Vlaamse overheid) niet gebarentalig is. Vergaderingen waar sommige leden gebaren en anderen spreken (en iedereen dus afhankelijk is van tolken) kan een dynamiek creëren van ongelijke deelname, vooral als er meer horende dan dove leden zijn en turn-taking normen voor gesproken talen volgt.
- Zichtbaarheid van het Adviescollege is een ander aandachtspunt. In Vlaanderen is de interactie na tien jaar nog altijd vooral in één richting (van commissie naar overheid).
- Een belangrijk verschil tussen de wetten erkenning NGT en VGT is dat de wet erkenning VGT specifiek de verhouding doof/horende leden omschrijft, en de gewenste profielen. Expertise is uiteraard niet ‘doof’ of ‘horend’, maar gezien de geschiedenis van gebarentaalplanning, die vaak door horende professionals gebeurde, is de verhouding wel een belangrijk aandachtspunt. In de Vlaamse commissie bijvoorbeeld moeten minstens de helft van de (minimaal tien en maximaal vijftien) leden dove gebarentaligen zijn. Als er te weinig geschikte kandidaten zijn, moet er een nieuwe oproep gelanceerd worden. Uiteraard garandeert een meerderheid dove leden geen succesvol adviescollege, het is heel wat complexer dan dat en er zijn nog heel wat andere kwesties om in overweging te nemen bij de samenstelling én de werking (geen plaats om die hier te bespreken maar zie het hoofdstuk dat ik schreef met Joseph Murray en Rachel McKee in de lijst onderaan deze blog).
Zoals altijd heeft iedereen hoge verwachtingen van wetgeving erkenning gebarentaal, en terecht. Aan mijn instelling (de Hogeschool Utrecht) is er veel hoop dat de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal zal zorgen voor een toename in het aantal studenten (tolk NGT, docent NGT, en Dovenstudies). Dat valt natuurlijk nog af te wachten. Tolkvoorzieningen zijn al goed geregeld, daar verandert deze wet op zich niets aan. Nieuwe, goed opgeleide, tolken NGT blijven dus nodig. Het zal vooral belangrijk zijn dat de Wet geen dode letter blijft, en in de praktijk goed geïmplementeerd wordt. Stel dat NGT een (keuze)vak wordt in het basis/voortgezet onderwijs bijvoorbeeld, dan zijn er docenten NGT nodig. Hier zal een belangrijke taak liggen voor het Adviescollege, om de Minister te adviseren over het beleid.
Al bij al, en in vergelijking met andere Europese gebarentaalwetgeving, een sterke wet met veel potentieel, die verder gaat dan louter symbolische erkenning. Benieuwd naar het vervolg!
Meer lezen?
Proces erkenning NGT tot 2017, door sleutelpersonen nauw betrokken bij het proces: Cokart, R., Schermer, T., Tijsseling, C., & Westerhoff, E. (2019). In pursuit of legal recognition of Sign Language of the Netherlands. In M. De Meulder, J.J. Murray, & R. McKee (eds.) The Legal Recognition of Sign Languages. Advocacy and Outcomes Around the World. Multilingual Matters.
Adviescolleges voor gebarentalen: De Meulder, M., Murray, J. J., & McKee, R. (2019). Epilogue: Claiming Multiple Positionalities: Lessons from the First Two Decades of Sign Language Recognition. In M. De Meulder, J. J. Murray, & R. McKee (Eds.), The Legal Recognition of Sign Languages: Advocacy and Outcomes Around the World (pp. 301-312). Bristol: Multilingual Matters.
NGT planning: Schermer, T. (2012). Sign Language Planning in the Netherlands between 1980 and 2010. Sign Language Studies, 12(4), 467-493.
Enkele gelijkenissen en verschillen tussen Vlaanderen en Nederland: Taalunie (2019). Gebaar jij Vlaams of Nederlands?
Hinderks, L. (2020). Nederlandse Gebarentaal is geen hulpmiddel.
Hinderks, L. (2020). Irma doet het mooi, maar de doven verdienen een lintje.
NOS (2020). ‘Wereld wordt groter’, nu er weer een stap naar erkenning Gebarentaal is gezet.
Leave a Reply