Onlangs sprak een dove vriendin mij aan over haar ervaring met de VDAB. Sinds 2016 is zij doctor in de Bio-Ingenieurswetenschappen (KU Leuven). Voor haar doctoraat deed ze fundamenteel onderzoek over het glucose- en insulinemetabolisme bij kippen. Ze beheerst vloeiend Engels, Nederlands en Vlaamse Gebarentaal.
Sinds haar doctoraat is ze op zoek naar werk in haar discipline, zowel in de academische sector als de bedrijfswereld. Ze kreeg al af en toe een uitnodiging om op gesprek te komen, en ze hoopt op relatief korte termijn aan werk te geraken.
De overheid zet tegenwoordig heel erg in op arbeidsbemiddeling, in de hoop op deze manier mensen sneller aan een job te kunnen helpen. Daarom nodigde de VDAB haar uit op een gesprek. De uitnodiging vermeldde dat de “VDAB (..) je graag (helpt) met de zoektocht naar een job. Samen met jou gaan we bekijken wat de mogelijkheden zijn”. Het gesprek was nog niet goed begonnen of de bemiddelaar stipte haar doof-zijn al meteen aan, en stelde deze doctor in de Bio-Ingenieurswetenschappen dan maar doodleuk voor om het eens te proberen in een beschutte werkplaats.
Ja. U leest dit goed.
Op zo’n moment kan je als dove persoon nog zo hoog opgeleid zijn als je wil en vol met capaciteiten zitten die smeken om benut te worden door een werkgever die je mogelijkheden ziet, maar als je pech hebt en net tegenover die bewuste bemiddelaar komt te zitten, word je opnieuw gereduceerd tot wat je niét kan. Tot een paar oren die niet werken. Tot zogezegd niet mee kunnen op de reguliere arbeidsmarkt.
Nochtans draaien veel dove mensen wel degelijk heel goed mee op de arbeidsmarkt. In 2016 opende Sordo, een soepbar in centrum Gent uitgebaat door een dove ondernemer. Er zijn zelfstandige dove steenhouwers, grafisch vormgevers, schrijnwerkers, schoonheidsspecialistes, keukenfabrikanten, bakkers, webmasters, tolken en vertalers, acteurs, fotografen, kunstenaars, kappers, chauffeurs, boekhouders en ondernemers. Tal van bedrijven en instellingen nemen met succes dove werknemers aan: leerkrachten, maatschappelijk werkers, schilders, verplegers, apothekers, en software ontwikkelaars. Daarnaast zijn er dove antropologen, taalkundigen, en andere wetenschappers.
Toch blijft er een belangrijke rol weggelegd voor diensten zoals de VDAB, omdat het zoeken naar werk voor dove mensen vaak niet vlot verloopt. Potentiële werkgevers worden nog vaak afgeschrikt door het idee een dove werknemer te hebben, en zien enkel wat die persoon niet kan. Recent nog kwam Unia tussen toen een dove man uitgesloten werd van selectieproeven voor een job omdat de werkpost zogezegd ongeschikt was voor hem. De Federatie van Vlaamse Doven Organisaties (Fevlado) liet recent nog weten dat meer dan vier op de tien dove werknemers al het slachtoffer werd van discriminatie op grond van hun doof-zijn. Bovendien zijn dove werkzoekenden bij geval van discriminatie eerder niet geneigd een klacht neer te leggen, uit angst voor de gevolgen, uit onwetendheid over hun rechten en de vaak omslachtige procedure. De respondenten in de bevraging van Fevlado gaven ook aan niet tevreden te zijn over de Vlaamse dienstverlening, omdat er bij die diensten een groot gebrek aan expertise is over dove werknemers en werkzoekenden.
Tijdens de meest recente WereldDovenDag in 2016 stond het thema “doven en werk” in de kijker, en toonde het dove filmcollectief Visual Box een ludiek bedoeld filmpje over de zogezegde VDEAFB , een imaginaire Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst voor doven. Het filmpje is ludiek van opzet, maar het voorval met de doctor in de Bio-Ingenieurswetenschappen toont nog maar eens dat deze satire er niet zonder reden is.
Het wordt tijd, ook voor de VDAB, om dove mensen te benaderen zoals ze zijn: doodnormale mensen met evenveel of zelfs meer en andere capaciteiten, en met toevallig ook een paar oren die niet functioneren volgens de maatschappelijke norm.
(Naam en adres van onze doctor te verkrijgen via het contactadres op deze blog.)
Leave a Reply