Zo’n week geleden, naar aanleiding van Valentijn, zond Ketnet een filmpje uit van wrapper Sien die uitlegde hoe je in gebarentaal kan vertellen dat je iemand leuk vindt. Het filmpje is ondertussen niet meer online beschikbaar, maar ging zo. Sien: “Vrienden van de romantiek, een Ketnet Swipevol liefde was dat vanmorgen met Leonard. We hebben tips gegeven over hoe je iemand verwent die je graag ziet. Je vindt ook veel knutseltips op ketnet.be. Maar het belangrijkste is dat ik vind dat de liefde geen taal heeft. Nee, liefde moet je vooral tonen. Letterlijk, en dus wil ik jullie leren hoe je in gebarentaal zegt: ‘ik vind jou leuk’”. “IK JOU LEUK” (met bijhorende instructies hoe dit te gebaren). “En dan moet je ook heel hard lachen met je gezicht om de boodschap over te brengen.” Waarop ze overgaat naar het volgende item, “een heel speciale taal”: Braille.
Het filmpje werd op sociale media gepost en meteen kwam er reactie vanuit de dovengemeenschap. Gebarentaligen namen het door Ketnet gemaakte verband tussen “liefde kent geen taal” en gebarentaal op de korrel en de verwarring tussen lichaamstaal en gebarentaal, het gebruik van “tonen” in verband met gebarentaal, alsof het een tekensysteem is, de vertaling “IK JOU LEUK” die grammaticaal niet correct was, en de aanname dat Braille wel een taal zou zijn. Danny De Weerdt vatte in VGT goed samen wat precies de problemen waren met de clip.
Ikzelf, Danny De Weerdt en Fevlado gaven deze opmerkingen formeel door aan Ketnet en aan de cel Diversiteit van de VRT, en vroegen om een rechtzetting. Een greep uit het antwoord van de netmanager van Ketnet:
“Wij verwachten van onze medewerkers en schermgezichten dat ze standaard-Nederlands kennen en gebruiken. Wanneer onze mensen, schermmedewerkers of microfoonmedewerkers die geen professionele tolken zijn, enkele zinnen in een andere taal gebruiken, dan is dat uit goodwill, om inclusie na te streven (VGT) of om een Russisch, Duits, Frans of Engels kleurtje aan te brengen in onze uitzendingen.”
“Dan gebeurt het wel eens dat er een taalfout insluipt. Niet-moedertaalsprekers maken nu eenmaal af en toe een fout in een taal die niet hun moedertaal is. Wij kunnen niet verwachten dat onze gewone medewerkers in dat geval vlekkeloos VGT, Duits of Frans gebruiken. We zullen dus ook niet telkens een rechtzettingsclip maken, we appreciëren juist dat onze collega’s creatief en inclusief te werk gaan.”
Men vond het spijtig “dat wij zo zwaar tillen aan een creatieve poging” omdat het toch maar om een “vluchtig filmpje” ging. Een rechtzetting vond men niet nodig en zelfs “vreemd”.
Hadden wij de missers in het filmpje op zich nog kunnen relativeren met een eerlijk antwoord dat deze fouten toegaf, het antwoord dat we kregen is helaas symptomatisch voor de manier waarop de VRT omgaat met Vlaamse Gebarentaal (VGT): als object van inclusie en “toegankelijkheid”. Merk trouwens op hoe VGT gelinkt wordt aan “inclusie” maar men door het gebruik van Russisch, Duits, Frans of Engels “een kleurtje wil aanbrengen” in uitzendingen. En dat het Journaal hoofdzakelijk getolkt wordt naar VGT door niet-moedertaalgebaarders, “die af en toe een foutje maken”.
Alle middelen zijn geoorloofd als het om “inclusie” gaat, en wat “inclusie” is wordt eenzijdig bepaald door de gevestigde machten (in dit geval de VRT) en niet door de minderheidsgroep (in dit geval de Vlaamse dovengemeenschap). Wanneer er bedenkingen geuit worden op deze aanpak door de minderheidsgroep zelf wordt dat vaak op onbegrip onthaald, want hoe kan je nu tegen inclusie zijn? “Inclusie” wordt in zo’n geval gebruikt als reden om de bedenkingen van de groep op wie de inclusie gericht is, af te doen als “radicaal” of “onrealistisch”. Hetzelfde gebeurt vaak als men het heeft over de “inclusie” van dove kinderen in het regulier onderwijs. “Inclusie” betekent op deze manier eerder “feel good diversity”: “kijk eens hoe inclusief wij bezig zijn”; wat de groep op wie de inclusie gericht is er zelf van denkt, of welk voordeel ze er zelf uit haalt, is minder van belang.
Op dezelfde manier negeert de VRT de vraag van de dovengemeenschap om eigen media in VGT en blijven ze inzetten op louter “toegankelijkheid” van hun programma’s. Inclusie werkt daarbij in één richting: een minderheid krijgt toegang tot de inhoud en het perspectief van de meerderheid. Het Journaal wordt getolkt in de Vlaamse Gebarentaal. Dat is geen inclusieve of interculturele televisie, trouwens belangrijke speerpunten van de VRT. De Vlaamse overheid engageerde zich 10 jaar geleden door de decretale erkenning van de Vlaamse Gebarentaal tot “de bescherming en luister van de taal”. De aanpak van de VRT ligt niet in lijn met dit engagement. Dove gebarentaligen verwachten een ander gebarentaalbeleid van de VRT, dat aandacht heeft voor hun perspectief en hen media aanbiedt, gemaakt door henzelf, direct in VGT (niet via een vertaling). Denk aan een VGT-journaal, een kindermagazine en/of een talkshow in VGT.
Dat is géén “doelgroepentelevisie” of “niche-televisie”, zoals de VRT het graag voorstelt. Wat ze precies bedoelen met “doelgroepentelevisie” is trouwens niet duidelijk. Een programma als Eigen Kweek, dat een specifiek aspect van de Vlaamse cultuur in beeld brengt (in een bepaald dialect dan nog) is blijkbaar geen doelgroepentelevisie, maar een programma in VGT, dat een andere aspect van de Vlaamse cultuur in beeld brengt, is dat wel. Nee, media in VGT is interculturele, inclusieve (!) televisie, die via voice-over of ondertiteling bovendien “toegankelijk” en “inclusief” is voor niet-gebarentaligen. Voorbeelden van good practices in het buitenland zijn er genoeg.
De nieuwe beheersovereenkomst 2016-2019 heeft helaas de illusie van inclusie niet kunnen doorprikken. De aanpak van de voorbije vier jaar werd gewoon bestendigd, en de voorstellen i.v.m. een eigen media gezien als “onwenselijk”. De reactie van Ketnet op het Valentijnsfilmpje van wrapper Sien – hoe goedbedoeld ook – heeft deze illusie helaas alleen maar bevestigd.
Op 26 april 2016 zal het tien jaar geleden zijn dat de Vlaamse overheid de VGT wettelijk erkende als taal van een cultuur-linguïstische minderheidsgroep. Die erkenning is nog ver te zoeken bij de VRT.
Leave a Reply