En inderdaad, information pills nog geen uur nadat ik het vorige postje schreef ging het nieuws de wereld rond: de Gallaudet Board of Trustees heeft JKF ontzet uit haar toekomstige presidentsfunctie.
De e-mail van de Board of Trustees kan je hier lezen.
Feesten dus, dosage dit is een grote overwinning!
Zoals steeds, komt Deaf in the City met goede raad. “Don’t relax yet.” Na het feesten, moet er geanalyseerd worden wat er nu juist fout gelopen is bij deze presidentsverkiezingen, en moet er diep en grondig over de toekomst nagedacht worden. Het moeilijkste werk moet waarschijnlijk nog beginnen.
Maar voorlopig is het enkel de overwinning die telt.
Sinds een aantal maanden zet ik onder mijn e-mails een citaat van Martin Luther King Jr. “Our lives begin to end the day we become silent about things that matter”. Ik moest vandaag aan dat citaat denken. De “Gallaudet community” heeft haar stem laten horen, phlebologist en duidelijk gemaakt dat het de moeite waard is om dat te doen. Ik moest ook aan een ander citaat denken, treat van Margaret Mead: “Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it’s the only thing that ever has”. Ook dat toont duidelijk wat protesten als deze in gang kunnen zetten.
Ondertussen wordt het bijna onmogelijk om op het internet alle blogs en mails en commentaar te volgen over de recente gebeurtenissen. Een dag heeft maar 24 uur.
Toch enkele bedenkingen:
– Van wat ik op veel blogs lees, lijkt het dat het protest een beetje geëvolueerd is in termen van ‘als je niet voor ons bent, ben je tegen ons’. We kennen allemaal de man die het patent heeft op die uitspraak, en een lichtend voorbeeld is dat niet. Door zo’n verdeling in kampen wordt de Dovengemeenschap zelf verdeeld, en de enige die daarbij wint is de JKF-administratie zelf.
– In een emotionele post vertelde Surdus vorige week over schoolkinderen in Gallaudet die getuige waren van studenten die op de campus vochten met en opgepakt werden door de politie. Die zagen dat er geen tolken voorzien waren. Maar die de wereld ook nog veel meer in zwart-wit termen zien, en er dus getuige van waren hoe -op dat moment- machteloze Dove mensen opgepakt werden door horenden. Het is maar de vraag hoe zij dat voor zichzelf zullen interpreteren.
– Blijkbaar heeft men gisteren de houten pop van JKF vol euforie verbrand. Ik begrijp dat dat een deel ontlading was, en ja, ergens kan ik er misschien nog begrip voor opbrengen. De administratie van IKJ heeft immers bulldozers ingezet tegen de studenten; men heeft gewacht tot het donker was om op ‘Black Friday’ mensen op te pakken, zodat er weinig of geen communicatie mogelijk was en studenten zich niet konden verzetten. Dat zijn staaltjes van puur machtsvertoon. Maar JKF demoniseren door een houten pop van haar te verbranden … De vraag is of dat veel uithaalt en vooral ook welk beeld dat zal geven naar de pers toe.
– Er wordt langs alle kanten gezegd dat de “healing” van Gallaudet en de ruimere Dovengemeenschap nu kan beginnen. Het is te hopen dat dit ook effectief zal gebeuren. Door dit protest zijn er onvermijdelijk mensen tegen elkaar opgezet, en dat mag niet de bedoeling zijn.
– Bovenal moet men stilstaan, en zich afvragen: “Hoe zijn we hier beland?” Het is jammer dat het zo ver is moeten komen. Het systeem dat ervoor zorgde dat JKF bijna president kon worden, zal niet van vandaag op morgen verdwijnen, en het is belangrijk dat er goed over de toekomst nagedacht wordt, en er iets gedaan wordt aan het leiderschapsprobleem in Gallaudet.
Het wordt trouwens een grote en interessante uitdaging voor Deaf Studies om deze protesten en de uitkomst ervan diepgaand te analyseren…
Sinds een aantal maanden zet ik onder mijn e-mails een citaat van Martin Luther King Jr. “Our lives begin to end the day we become silent about things that matter”. Ik moest vandaag aan dat citaat denken. De “Gallaudet community” heeft haar stem laten horen, phlebologist en duidelijk gemaakt dat het de moeite waard is om dat te doen. Ik moest ook aan een ander citaat denken, treat van Margaret Mead: “Never doubt that a small group of thoughtful, committed citizens can change the world. Indeed, it’s the only thing that ever has”. Ook dat toont duidelijk wat protesten als deze in gang kunnen zetten.
Ondertussen wordt het bijna onmogelijk om op het internet alle blogs en mails en commentaar te volgen over de recente gebeurtenissen. Een dag heeft maar 24 uur.
Toch enkele bedenkingen:
– Van wat ik op veel blogs lees, lijkt het dat het protest een beetje geëvolueerd is in termen van ‘als je niet voor ons bent, ben je tegen ons’. We kennen allemaal de man die het patent heeft op die uitspraak, en een lichtend voorbeeld is dat niet. Door zo’n verdeling in kampen wordt de Dovengemeenschap zelf verdeeld, en de enige die daarbij wint is de JKF-administratie zelf.
– In een emotionele post vertelde Surdus vorige week over schoolkinderen in Gallaudet die getuige waren van studenten die op de campus vochten met en opgepakt werden door de politie. Die zagen dat er geen tolken voorzien waren. Maar die de wereld ook nog veel meer in zwart-wit termen zien, en er dus getuige van waren hoe -op dat moment- machteloze Dove mensen opgepakt werden door horenden. Het is maar de vraag hoe zij dat voor zichzelf zullen interpreteren.
– Blijkbaar heeft men gisteren de houten pop van JKF vol euforie verbrand. Ik begrijp dat dat een deel ontlading was, en ja, ergens kan ik er misschien nog begrip voor opbrengen. De administratie van IKJ heeft immers bulldozers ingezet tegen de studenten; men heeft gewacht tot het donker was om op ‘Black Friday’ mensen op te pakken, zodat er weinig of geen communicatie mogelijk was en studenten zich niet konden verzetten. Dat zijn staaltjes van puur machtsvertoon. Maar JKF demoniseren door een houten pop van haar te verbranden … De vraag is of dat veel uithaalt en vooral ook welk beeld dat zal geven naar de pers toe.
– Er wordt langs alle kanten gezegd dat de “healing” van Gallaudet en de ruimere Dovengemeenschap nu kan beginnen. Het is te hopen dat dit ook effectief zal gebeuren. Door dit protest zijn er onvermijdelijk mensen tegen elkaar opgezet, en dat mag niet de bedoeling zijn.
– Bovenal moet men stilstaan, en zich afvragen: “Hoe zijn we hier beland?” Het is jammer dat het zo ver is moeten komen. Het systeem dat ervoor zorgde dat JKF bijna president kon worden, zal niet van vandaag op morgen verdwijnen, en het is belangrijk dat er goed over de toekomst nagedacht wordt, en er iets gedaan wordt aan het leiderschapsprobleem in Gallaudet.
Het wordt trouwens een grote en interessante uitdaging voor Deaf Studies om deze protesten en de uitkomst ervan diepgaand te analyseren…
Aan de comments te zien, sick
is de discussie over het cultureel erfgoed nog lang niet afgesloten.
Ze is veel te interessant en nodig, om die in de comments te blijven voeren. Ik schrijf er straks dus een nieuwe postje over!
To be continued …
Vorige week poste ik hier een tekstje over een cursus Dovencultuur van Fevlado-Diversus waar ik naartoe was geweest. Wat ik stiekem een beetje gehoopt had, vitamin is gebeurd. Er kwam een hele discussie op gang.
Die discussie draaide het meest rond het fameuze “cultureel erfgoed” van de Vlaamse Dovengemeenschap. Er werd geopperd dat het toch wel erg is dat de Dove deelnemers aan die cursus oude modellen van hoorapparaten, visit this lichtbellen en trilwekkers beschouwden als cultureel erfgoed. “Waar is de trots?”, drug vroeg men zich af.
Iemand anders stelde dan weer dat zoiets wél kan gezien worden als Dovencultuur, omdat die laatste een minderheidscultuur is, en dus sterk beïnvloed werd en wordt door de horende meerderheid. Hulpmiddelen als cultureel erfgoed kunnen dan gezien worden in het kader van de plaats die we als minderheid binnen een horende wereld innemen.
Daarop werd dan vol ironie voorgesteld dat we dan maar ineens de nazihelmen en oorlogsgranaten moesten bovenhalen als het gaat over Vlaams cultureel erfgoed. Dat dat misschien wel bij dat erfgoed hoort, maar dat het niet iets is waar we ons op willen focussen. Dat het veel breder is dan dat. En dat de Dove mensen in de cursus de geschiedenis vòòr de oorlog zouden moeten kennen en ook zicht zouden moeten hebben op hoe vrede eruitziet.
En toen waren ze gevallen, de grote woorden: “oorlog” en “vrede”. En ik weet niet of het zo bedoeld werd, maar ik moest daarbij onmiddellijk denken aan Paddy’s ‘peace time’ en ‘war time’.
Ik moet toegeven, ik heb mijn tekstje vorige week bewust neutraal proberen te houden, maar ook ik was erg verschoten tijdens de cursus vorige week. Ook ik zat met open mond te kijken: “Hoe is het mogelijk?” Ik dacht bijna dat het een grap was, hoorapparaten zien als cultureel erfgoed. En ondanks de uitleg van Bram, bleef ook ik na de les nog met veel vragen zitten. Vandaar m’n tekstje.
Vandaag had ik het met een collega nog over die “oorlogstijd” en “vredestijd”. Men vond dat wel straffe woorden, en vroeg zich af of dat bij horende mensen niet te hard zou overkomen. “Oorlog” impliceert immers andere mensen bewust kwaad willen doen, en de vraag kan gesteld worden of dat hier wel het geval is.
Maar “oorlog” moet hier volgens mij echter meer begrepen worden als: we moeten ons continu verdedigen tegen en reageren op bedreigingen van buitenaf. We moeten bijna vechten voor ons bestaansrecht. En eigenlijk zijn we al in “oorlogstijd” sinds het congres van Milaan. De meeste deelnemers aan de cursus Dovencultuur zijn opgegroeid in “oorlogstijd”, onder een streng oraal regime, en wanneer ze hoorapparaten zien als cultureel erfgoed stellen ze zich daar misschien niet eens vragen bij. Wat niet wegneemt dat wij dat daarom ook niet moeten doen.
En ja, er zijn meer cursussen Dovencultuur nodig, en meer cursussen Deaf Empowerment. De cursus Dovencultuur die ik op dit moment ontwikkel voor de Universiteit Antwerpen, is opnieuw bedoeld voor horenden. Soms werkt dat heel frustrerend.
Ik verbaas me er elke dag over hoeveel er hier nog gewerkt moet worden aan bewustmaking. Een voorbeeld. Tijdens diezelfde bewuste cursus ging het over analyse van tekstmateriaal (het onderzoek van Liesje). Er was één tekst bij, in zeer mooi vloeiend Frans, geschreven door een Dove persoon zelf. De cursisten wilden bijna niet geloven dat dat kon, ze waren ervan overtuigd dat die persoon wel horend moest zijn, “want Doven kunnen niet mooi schrijven”.
Dan moet je hen eigenlijk met alle moeite van de wereld uitleggen dat vòòr 1880 (het congres van Milaan) het vaak horenden waren die bij Doven kwamen aankloppen omdat ze niet verstonden wat er in de krant stond, en niet andersom. Dat er in Parijs rond 1830 grote banketten georganiseerd werden waar veel Dove redenaars aanwezig waren, kunstenaars, en filosofen. Dat het ooit anders is geweest. En het misschien hopelijk opnieuw terug zo kan worden (en ja zelfs beter, want iedereen is het er wel over eens dat die “Golden Times” van vòòr 1880 ook niet teveel overdreven moeten worden).
Als we ons langer in “vredestijd” hadden bevonden, had ons idee van cultureel erfgoed er misschien helemaal anders uitgezien…
Leave a Reply