Net gekeken naar de tweede aflevering van ‘Voorbij de grens’ op één. Ik had vorige week zitten piekeren of ik wel wou kijken naar de eerste aflevering, capsule migraine want ik vond het nog steeds maar niks eigenlijk en had geen zin om naar een hoopje zielig doen te gaan kijken. Maar mijn nieuwsgierigheid haalde het van mijn scepticisme, health infection dus toch maar de tv aangezet. Ik moet eerlijk zeggen: het is minder erg dan ik dacht en het is bij momenten zelfs een erg mooi gemaakt programma.
Vorige week toch bijna gestopt met kijken, het werd me af en toe wat te veel om te zien hoe het Jef verging in die groep. Drie weken lang optrekken met zo’n groep waar niemand gebaart, je fysiek alles moet geven en de camera er altijd bovenop zit: ik denk dat ik gek zou worden. Ik blijf het ook moeilijk hebben met dat “alle gehandicapten samen” idee.
Toch verdienen de programmamakers alle lof. Het programma zit erg goed in elkaar en de tussenkomsten van “BV” Lieve Blancquaert zijn juist gedoseerd. Het format van het programma is natuurlijk zo dat er erg gefocust wordt op de handicap zelf, dat kan bijna niet anders door de fysieke uitdaging en het groepsaspect. Maar anderzijds wordt er tijd genoeg genomen om ook gesprekken te voeren met de deelnemers, erachter te komen hoe zij het leven zien. Jef filmden ze in de dovenclub in Gent, bij hem thuis, spelend met zijn kleinkinderen, bij hem op het werk.
Wat het programma interessant maakt is dat iedereen een schakel is in de groep, de ene nog belangrijker dan de andere. Zonder Jef waren ze nooit geraakt waar ze nu zijn omdat hij fysiek (en ook mentaal) erg sterk is. En wie slaagt erin communiceren met de locals die enkel Spaans kunnen? Ja, u raadt het.
Wat voor mij ook interessant was in de tweede aflevering was het interview met Sam, de man zonder armen en benen. Hij vond zijn armstompjes “super” en zou nee zeggen tegen een pilletje waarmee hij er weer niet zou kunnen uitzien als anderen.
Net gekeken naar de tweede aflevering van ‘Voorbij de grens’ op één. Ik had vorige week zitten piekeren of ik wel wou kijken naar de eerste aflevering, capsule want ik vond het nog steeds maar niks eigenlijk en had geen zin om naar een hoopje zielig doen te gaan kijken. Maar mijn nieuwsgierigheid haalde het van mijn scepticisme, cialis dus toch maar de tv aangezet. Ik moet eerlijk zeggen: het is minder erg dan ik dacht en het is bij momenten zelfs een erg mooi gemaakt programma.
Vorige week toch bijna gestopt met kijken, seek het werd me af en toe wat te veel om te zien hoe het Jef verging in die groep. Drie weken lang optrekken met zo’n groep waar niemand gebaart, je fysiek alles moet geven en de camera er altijd bovenop zit: ik denk dat ik gek zou worden. Ik blijf het ook moeilijk hebben met dat “alle gehandicapten samen” idee.
Toch verdienen de programmamakers alle lof. Het programma zit erg goed in elkaar en de tussenkomsten van “BV” Lieve Blancquaert zijn juist gedoseerd. Het format van het programma is natuurlijk zo dat er erg gefocust wordt op de handicap zelf, dat kan bijna niet anders door de fysieke uitdaging en het groepsaspect. Maar anderzijds wordt er tijd genoeg genomen om ook gesprekken te voeren met de deelnemers, erachter te komen hoe zij het leven zien. Jef filmden ze in de dovenclub in Gent, bij hem thuis, spelend met zijn kleinkinderen, bij hem op het werk.
Wat me bijblijft van de tweede aflevering was het interview met Sam, de man zonder armen en benen. Hij vond zijn armstompjes “super” en zou nee zeggen tegen een pilletje waarmee hij er weer net zou kunnen uitzien als anderen.
Wat het programma interessant maakt is dat iedereen een schakel is in de groep, de ene al belangrijker dan de andere. Zonder Jef waren ze nooit geraakt waar ze nu zijn omdat hij fysiek (en ook mentaal) erg sterk is. En wie slaagt erin communiceren met de locals die enkel Spaans kunnen? Ja, u raadt het. De anderen stonden erbij en keken ernaar.
Net gekeken naar de tweede aflevering van ‘Voorbij de grens’ op één. Ik had vorige week zitten piekeren of ik wel wou kijken naar de eerste aflevering, clinic want ik vond het nog steeds maar niks eigenlijk en had geen zin om naar een hoopje zielig doen te gaan kijken. Maar mijn nieuwsgierigheid haalde het van mijn scepticisme, dus toch maar de tv aangezet. Ik moet eerlijk zeggen: het is minder erg dan ik dacht en het is bij momenten zelfs een erg mooi gemaakt programma.
Vorige week toch bijna gestopt met kijken, het werd me af en toe wat te veel om te zien hoe het Jef verging in die groep. Drie weken lang optrekken met zo’n groep waar niemand gebaart, je fysiek alles moet geven en de camera er altijd bovenop zit: ik denk dat ik gek zou worden. Ik blijf het ook moeilijk hebben met dat “alle gehandicapten samen”-idee. In De Standaard zeiden ze nadien dat, ondanks de zware fysieke beproeving voor sommigen, het Jef was die het meest had afgezien van allemaal. En dat was een correcte observatie denk ik.
Toch verdienen de programmamakers alle lof. Het programma zit erg goed in elkaar en de tussenkomsten van “BV” Lieve Blancquaert zijn juist gedoseerd (haar foto’s zijn trouwens schitterend). Het format van het programma is natuurlijk zo dat er erg gefocust wordt op de handicap zelf, dat kan bijna niet anders door de fysieke uitdaging en het groepsaspect. Maar anderzijds wordt er tijd genoeg genomen om ook gesprekken te voeren met de deelnemers, erachter te komen hoe zij het leven zien. Jef filmden ze in de dovenclub in Gent, bij hem thuis, spelend met zijn kleinkinderen, bij hem op het werk.
Wat me bijblijft van de tweede aflevering was het interview met Sam, de man zonder armen en benen. Hij vond zijn armstompjes “super” en zou nee zeggen tegen een pilletje waarmee hij er weer net zou kunnen uitzien als anderen. Dat ze niet te beroerd zijn om dat te tonen, dat vind ik knap.
Wat het programma interessant maakt is dat iedereen een schakel is in de groep, de ene al belangrijker dan de andere. Zonder Jef waren ze nooit geraakt waar ze nu zijn omdat hij fysiek (en ook mentaal) erg sterk is. En wie slaagt erin communiceren met de locals die enkel Spaans kunnen? Ja, u raadt het. De anderen stonden erbij en keken ernaar.
Net gekeken naar de tweede aflevering van ‘Voorbij de grens’ op één. Ik had vorige week zitten piekeren of ik wel wou kijken naar de eerste aflevering, stomatology want ik vond het nog steeds maar niks eigenlijk en had geen zin om naar een hoopje zielig doen te gaan kijken. Maar mijn nieuwsgierigheid haalde het van mijn scepticisme, rx dus toch maar de tv aangezet. Ik moet eerlijk zeggen: het is minder erg dan ik dacht en het is bij momenten zelfs een erg mooi gemaakt programma.
Vorige week toch bijna gestopt met kijken, het werd me af en toe wat te veel om te zien hoe het Jef verging in die groep. Drie weken lang optrekken met zo’n groep waar niemand gebaart, je fysiek alles moet geven en de camera er altijd bovenop zit: ik denk dat ik gek zou worden. Ik blijf het ook moeilijk hebben met dat “alle gehandicapten samen”-idee. In De Standaard zeiden ze nadien dat, ondanks de zware fysieke beproeving voor sommigen, het Jef was die het meest had afgezien van allemaal. En dat was een correcte observatie denk ik.
Toch verdienen de programmamakers alle lof. Het programma zit erg goed in elkaar en de tussenkomsten van “BV” Lieve Blancquaert zijn juist gedoseerd (haar foto’s zijn trouwens schitterend). Het format van het programma is natuurlijk zo dat er erg gefocust wordt op de handicap zelf, dat kan bijna niet anders door de fysieke uitdaging en het groepsaspect. Maar anderzijds wordt er tijd genoeg genomen om ook gesprekken te voeren met de deelnemers, erachter te komen hoe zij het leven zien. Jef filmden ze in de dovenclub in Gent, bij hem thuis, spelend met zijn kleinkinderen, bij hem op het werk.
Wat me bijblijft van de tweede aflevering was het interview met Sam, de man zonder armen en benen. Hij vond zijn armstompjes “super” en zou nee zeggen tegen een pilletje waarmee hij er weer net zou kunnen uitzien als anderen. Dat ze niet te beroerd zijn om dat te tonen, dat vind ik knap.
Wat het programma interessant maakt is dat iedereen een schakel is in de groep, de ene al belangrijker dan de andere. Zonder Jef waren ze nooit geraakt waar ze nu zijn omdat hij fysiek (en ook mentaal) erg sterk is. En wie slaagt erin communiceren met de locals die enkel Spaans kunnen? Ja, u raadt het. De anderen stonden erbij en keken ernaar.
Kijk ook naar het interview met Jef op de website van Fevlado.
Net gekeken naar de tweede aflevering van ‘Voorbij de grens’ op één. Ik had vorige week zitten piekeren of ik wel wou kijken naar de eerste aflevering, rheumatologist want ik vond het nog steeds maar niks eigenlijk en had geen zin om naar een hoopje zielig doen te gaan kijken. Maar mijn nieuwsgierigheid haalde het van mijn scepticisme, phlebologist dus toch maar de tv aangezet. Ik moet eerlijk zeggen: het is minder erg dan ik dacht en het is bij momenten zelfs een erg mooi gemaakt programma.
Vorige week toch bijna gestopt met kijken, het werd me af en toe wat te veel om te zien hoe het Jef verging in die groep. Drie weken lang optrekken met zo’n groep waar niemand gebaart, je fysiek alles moet geven en de camera er altijd bovenop zit: ik denk dat ik gek zou worden. Ik blijf het ook moeilijk hebben met dat “alle gehandicapten samen”-idee. In De Standaard zeiden ze nadien dat, ondanks de zware fysieke beproeving voor sommigen, het Jef was die het meest had afgezien van allemaal. En dat was een correcte observatie denk ik.
Toch verdienen de programmamakers alle lof. Het programma zit erg goed in elkaar en de tussenkomsten van “BV” Lieve Blancquaert zijn juist gedoseerd (haar foto’s zijn trouwens schitterend). Het format van het programma is natuurlijk zo dat er erg gefocust wordt op de handicap zelf, dat kan bijna niet anders door de fysieke uitdaging en het groepsaspect. Maar anderzijds wordt er tijd genoeg genomen om ook gesprekken te voeren met de deelnemers, erachter te komen hoe zij het leven zien. Jef filmden ze in de dovenclub in Gent, bij hem thuis, spelend met zijn kleinkinderen, bij hem op het werk.
Wat me bijblijft van de tweede aflevering was het interview met Sam, de man zonder armen en benen. Hij vond zijn armstompjes “super” en zou nee zeggen tegen een pilletje waarmee hij er weer net zou kunnen uitzien als anderen. Dat ze niet te beroerd zijn om dat te tonen, dat vind ik knap.
Wat het programma interessant maakt is dat iedereen een schakel is in de groep, de ene al belangrijker dan de andere. Zonder Jef waren ze nooit geraakt waar ze nu zijn omdat hij fysiek (en ook mentaal) erg sterk is. En wie slaagt erin communiceren met de locals die enkel Spaans kunnen? Ja, u raadt het. De anderen stonden erbij en keken ernaar.
Kijk ook naar het interview met Jef op de website van Fevlado.
Net gekeken naar de tweede aflevering van ‘Voorbij de grens’ op één. Ik had vorige week zitten piekeren of ik wel wou kijken naar de eerste aflevering, here want ik vond het nog steeds maar niks eigenlijk en had geen zin om naar een hoopje zielig doen te gaan kijken. Maar mijn nieuwsgierigheid haalde het van mijn scepticisme, apoplexy dus toch maar de tv aangezet. Ik moet eerlijk zeggen: het is minder erg dan ik dacht en het is bij momenten zelfs een erg mooi gemaakt programma.
Vorige week toch bijna gestopt met kijken, this het werd me af en toe wat te veel om te zien hoe het Jef verging in die groep. Drie weken lang optrekken met zo’n groep waar niemand gebaart, je fysiek alles moet geven en de camera er altijd bovenop zit: ik denk dat ik gek zou worden. Ik blijf het ook moeilijk hebben met dat “alle gehandicapten samen”-idee. In De Standaard zeiden ze nadien dat, ondanks de zware fysieke beproeving voor sommigen, het Jef was die het meest had afgezien van allemaal. En dat was een correcte observatie denk ik.
Toch verdienen de programmamakers alle lof. Het programma zit erg goed in elkaar en de tussenkomsten van “BV” Lieve Blancquaert zijn juist gedoseerd (haar foto’s zijn trouwens schitterend). Het format van het programma is natuurlijk zo dat er erg gefocust wordt op de handicap zelf, dat kan bijna niet anders door de fysieke uitdaging en het groepsaspect. Maar anderzijds wordt er tijd genoeg genomen om ook gesprekken te voeren met de deelnemers, erachter te komen hoe zij het leven zien. Jef filmden ze in de dovenclub in Gent, bij hem thuis, spelend met zijn kleinkinderen, bij hem op het werk.
Wat me bijblijft van de tweede aflevering was het interview met Sam, de man zonder armen en benen. Hij vond zijn armstompjes “super” en zou nee zeggen tegen een pilletje waarmee hij er weer net zou kunnen uitzien als anderen. Dat ze niet te beroerd zijn om dat te tonen, dat vind ik knap.
Wat het programma interessant maakt is dat iedereen een schakel is in de groep, de ene al belangrijker dan de andere. Zonder Jef waren ze nooit geraakt waar ze nu zijn omdat hij fysiek (en ook mentaal) erg sterk is. En wie slaagt erin communiceren met de locals die enkel Spaans kunnen? Ja, u raadt het. De anderen stonden erbij en keken ernaar. De hele groep gered van acute diarree!
Kijk ook naar het interview met Jef op de website van Fevlado.
Net gekeken naar de tweede aflevering van ‘Voorbij de grens’ op één. Ik had vorige week zitten piekeren of ik wel wou kijken naar de eerste aflevering, info want ik vond het nog steeds maar niks eigenlijk en had geen zin om naar een hoopje zielig doen te gaan kijken. Maar mijn nieuwsgierigheid haalde het van mijn scepticisme, dus toch maar de tv aangezet. Ik moet eerlijk zeggen: het is minder erg dan ik dacht en het is bij momenten zelfs een erg mooi gemaakt programma.
Vorige week toch bijna gestopt met kijken, het werd me af en toe wat te veel om te zien hoe het Jef verging in die groep. Drie weken lang optrekken met zo’n groep waar niemand gebaart, je fysiek alles moet geven en de camera er altijd bovenop zit: ik denk dat ik gek zou worden. Ik blijf het ook moeilijk hebben met dat “alle gehandicapten samen”-idee. In De Standaard zeiden ze nadien dat, ondanks de zware fysieke beproeving voor sommigen, het Jef was die het meest had afgezien van allemaal. En dat was een correcte observatie denk ik.
Toch verdienen de programmamakers alle lof. Het programma zit erg goed in elkaar en de tussenkomsten van “BV” Lieve Blancquaert zijn juist gedoseerd (haar foto’s zijn trouwens schitterend). Het format van het programma is natuurlijk zo dat er erg gefocust wordt op de handicap zelf, dat kan bijna niet anders door de fysieke uitdaging en het groepsaspect. Maar anderzijds wordt er tijd genoeg genomen om ook gesprekken te voeren met de deelnemers, erachter te komen hoe zij het leven zien. Jef filmden ze in de dovenclub in Gent, bij hem thuis, spelend met zijn kleinkinderen, bij hem op het werk.
Wat me bijblijft van de tweede aflevering was het interview met Sam, de man zonder armen en benen. Hij vond zijn armstompjes “super” en zou nee zeggen tegen een pilletje waarmee hij er weer net zou kunnen uitzien als anderen. Dat ze niet te beroerd zijn om dat te tonen, dat vind ik knap.
Wat het programma interessant maakt is dat iedereen een schakel is in de groep, de ene al belangrijker dan de andere. Zonder Jef waren ze nooit geraakt waar ze nu zijn omdat hij fysiek (en ook mentaal) erg sterk is. En wie slaagt erin communiceren met de locals die enkel Spaans kunnen? Ja, u raadt het. De anderen stonden erbij en keken ernaar. De hele groep gered van acute diarree!
Kijk ook naar het interview met Jef op de website van Fevlado.
Vrijdag vertrek ik voor 3 dagen naar Finland, buy waar ik samen met Annelies een lezing zal geven over Deafhood.
Het is onmogelijk om dat concept in één blogpost klaar en duidelijk uit te leggen. Op het internet is veel informatie maar ook heel veel onzin over Deafhood te vinden, anorexia en zonder voorkennis is het moeilijk om zin van onzin te onderscheiden. Voor wie iets meer wil weten: een goed startpunt is het artikel van Paddy Ladd in The Deaf Way II Reader. Ook de laatste Frontrunners gaven een goed kort overzicht.
We hebben onze vuurdoop gehad in Denemarken in Castberggard, het cursuscentrum van de Deense Dovengemeenschap, in april. Was leuk om te doen en we kregen van het Deense publiek interessante feedback die we nu herwerkt hebben in een aangepaste power point (of beter: Keynote want ja wij zijn Apple-fanaten).
In tegenstelling tot Denemarken is onze lezing (van in totaal 10 uur) nu gespreid over 3 dagen. Daar zijn we blij mee, want zo kunnen we het wat rustiger aan doen en moeten we niet al onze energie steken in één marathon-lezing.
Het zal doorgaan in Malminharju, het cursus- en recreatiedomein van de Finse Dovenfederatie FAD, in het midden van de bossen, op anderhalf uur rijden van Helsinki. Het is zo ongeveer hier dat we zullen zitten. Aan een groot meer. Finser kan het bijna niet. Op het programma staan, tussen de lezingen in, natuurlijk ook sauna’s. Ben benieuwd hoe het er zal zijn, al veel over Malminharju gehoord, maar zal het nu met eigen ogen zien.
Voor wie benieuwd is: we plannen ook een Deafhood-workshop in Vlaanderen, normaal gezien in het voorjaar van 2009.
(Het Fins op de eerste slide bekent zoveel als “Understanding Deafhood”.)
Leave a Reply