Afscheid nemen, page clinic ik haat het —en ben er niet goed in. Morgen vertrekt Nigel (vanonder links op de foto) terug naar Vancouver. Hij is iemand geworden die niet meer uit m’n leven weg te denken is, caries this iemand van wie ik veel geleerd heb, ook. Mensen zoals hij, zo maken ze er niet veel meer.
Het eerste grote afscheid hier. En er zullen er nog volgen … Emotionele weken.
Binnenkort start het nieuwe televisieseizoen in Vlaanderen, order met nieuwe afleveringen van het spelprogramma 1 jaar gratis. Er worden opnieuw 16 kandidaten gezocht, en de organisatie van het programma zou dit jaar graag één deelnemer hebben uit de Vlaamse Dovengemeenschap.
Ben je Vlaamse Gebarentaalgebruiker en voel je je geroepen om mee te doen (en kans te maken op de hoofdprijs: 1 jaar gratis leven), lees dan de brief voor de Dovengemeenschap waarin ook een contactadres staat waarop je kan mailen als je interesse en/of vragen hebt. Voor wie het programma niet kent: info over het concept van 1 jaar gratis. De productie van het programma zal instaan voor tolken VGT.
Succes!
In volle thesisstress, diabetes and pregnancy toch nog tijd gevonden om af te zakken naar het Organic Food Festival, search dat dit weekend doorging in Bristol. Het is het grootste van zijn soort in Europa, en trok vorig jaar 150 000 bezoekers op twee dagen tijd. Alles is er te vinden, van organische groenten en fruit, over cider, wijn, likeur, kaas, koffie, ijs, brood, smoothies, tot lotions, kleding en deodorant. Bristol is in Engeland een hoofdrolspeler wat betreft organische producten, je kan er hier echt niet naast kijken. In Vlaanderen heeft organisch eten en een dito levensstijl nog vaak een geitenwollensokken-imago, waar alleen verstokte Agalev’ers voor te vinden zijn. Maar de ‘organic movement’ in Bristol wordt getrokken door jonge alternatievelingen, en vandaag op het festival was er een bonte mengeling van mensen.
Wat mooi is aan de organische filosofie, is dat het niet alleen over eten gaat —iets wat ik vroeger steevast dacht. Het gaat ook over het steunen van kleine, lokale winkels, en niet de grote supermarkten als Tesco en Sainsbury’s, waar de helft van het eten geïmporteerd wordt en de groeten en het fruit tientallen keren bespoten worden voor ze op de rekken komen te liggen. En omdat je ‘lokaal’ koopt, draag je ook bij tot het verminderen van de ‘food miles’, waardoor ook het milieu er wel bij vaart.
In volle thesisstress, diabetes and pregnancy toch nog tijd gevonden om af te zakken naar het Organic Food Festival, search dat dit weekend doorging in Bristol. Het is het grootste van zijn soort in Europa, en trok vorig jaar 150 000 bezoekers op twee dagen tijd. Alles is er te vinden, van organische groenten en fruit, over cider, wijn, likeur, kaas, koffie, ijs, brood, smoothies, tot lotions, kleding en deodorant. Bristol is in Engeland een hoofdrolspeler wat betreft organische producten, je kan er hier echt niet naast kijken. In Vlaanderen heeft organisch eten en een dito levensstijl nog vaak een geitenwollensokken-imago, waar alleen verstokte Agalev’ers voor te vinden zijn. Maar de ‘organic movement’ in Bristol wordt getrokken door jonge alternatievelingen, en vandaag op het festival was er een bonte mengeling van mensen.
Wat mooi is aan de organische filosofie, is dat het niet alleen over eten gaat —iets wat ik vroeger steevast dacht. Het gaat ook over het steunen van kleine, lokale winkels, en niet de grote supermarkten als Tesco en Sainsbury’s, waar de helft van het eten geïmporteerd wordt en de groeten en het fruit tientallen keren bespoten worden voor ze op de rekken komen te liggen. En omdat je ‘lokaal’ koopt, draag je ook bij tot het verminderen van de ‘food miles’, waardoor ook het milieu er wel bij vaart.
Ondanks verschilende dreigementen aan mijn adres, ophthalmologist
cheap heb ik toch voet bij stuk gehouden en mij niet ingeschreven voor 1 jaar gratis. Wie nog probeert mij te overhalen: succes ermee, angina
maar het is vergeefse moeite.
Wat betreft de uw minuut actie: Fevlado ontving nog geen nieuws, maar van zodra dat het geval is, zal dat hier zeker te lezen zijn.
En nu moet ik dringend aan het werk. Deadlines, enzo.
Omdat ik er op dit moment toch tot over m’n oren inzit, approved een tekstje over m’n thesis hier. Mensen vragen me af en toe waarover ze nu eigenlijk gaat. Tegen velen liet ik al iets vallen, viagra sale maar het hele verhaal vertellen gebeurt niet vaak. “Over Deaf professionals”, dosage antwoord ik meestal. Maar eigenlijk zegt dat niet genoeg. Eigenlijk gaat het over veel meer dan dat.
Ik heb niet de pretentie te denken dat iedereen er al bij voorbaat in geïnteresseerd is, maar het tientallen keren opnieuw moeten schrijven of uitleggen is ook niet altijd alles. Bovendien vind ik het belangrijk om de informatie te verspreiden (daar dient dit weblog tenslotte voor) zodat mensen een beeld krijgen van waar we hier in Bristol zo allemaal mee bezig zijn —nee, Deaf Studies is niet enkel linguïstiek en onderzoek naar onderwijs en taalverwerving bij dove kinderen.
Hier dus —heel kort en bondig— waarover m’n thesis nu eigenlijk helemaal gaat. In het Nederlands. Raar om dat te doen, ik ben zo gewoon om het uit te leggen in BSL of Engels, dat ik in het Nederlands soms de woorden niet vind. Op de WereldDovenDag vertel ik alles in VGT.
Anyway.
Ik bouw voort op het onderzoek van Paddy. Dat onderzoek is enorm breed en nog lang niet afgerond (een tweede deel is in de maak), maar ik heb er zijn analyse van de diversiteit binnen de Britse Dovengemeenschap uitgekozen. Dat is één van de punten waarvan hij zelf van mening is dat er nog verder onderzoek voor nodig is. Eigenlijk kan je m’n onderzoek dus beschrijven als Deaf sociology.
Tijdens de Deaf Resurgence in de UK (in de jaren zeventig) ontstond er een nieuwe klasse binnen de Britse Dovengemeenschap: de Deaf professionals. Die klasse kon ontstaan omdat BSL meer en meer onder de aandacht kwam, onder andere in de media (See Hear is daar een voorbeeld van), maar ook in het toenemend onderzoek aan universiteiten, en in het onderwijs. Eigenlijk was het (nog) niet echt een klasse, maar eerder een statusgroep. ‘Klasse’ is immers nauwer verbonden met financiële status, en die van de Deaf professionals toen was niet echt om over naar huis te schrijven, ze verdienden vaak schandelijk weinig voor het werk dat ze deden. Wel hadden ze binnen de Dovengemeenschap een aparte ‘status’. Die Dove professionals waren allen BSL-gebruikers, velen van hen met Dove ouders. Voor de Dovengemeenschap (toen nog grotendeels laaggeschoold) was dat een hele stap, Dove BSL-gebruikers die plots een professionele functie verwierven. Hoewel de horende wereld die functies niet echt als professioneel beschouwde, was het binnen de Dovengemeenschap een hele verandering. Het zorgde ook voor veel spanning binnen de gemeenschap (de jammer genoeg bekende crab theory is daar een voorbeeld van). Er ontstonden gebaren als ‘GRASS-ROOTS’ en ‘GRASS-ROOTS-OUT’ waarmee de gemeenschap het onderscheid wilde aanduiden tussen “wij” en “de professionals”. Binnen een collectieve gemeenschap als de Dovengemeenschap, werd van deze professionals bovendien verwacht dat zij hun status gebruikten ter verbetering van de situatie van hun gemeenschap, en niet enkel voor hun eigen doel, wat voor extra druk zorgde.
Die generatie Deaf professionals is nu rond de vijftig, en ik interviewde enkele van hen. Om hen onder meer te vragen naar hun relatie met de Dovengemeenschap, en naar hun status als “professional” en hoe ze zich daarbij voelen. Een rode draad door het verhaal is “giving back”: ze hebben stuk voor stuk, naast hun job, nog andere —al dan niet vrijwillige— functies, omdat ze vinden dat het hun verantwoordelijkheid is om iets terug te doen voor de Dovengemeenschap. Om hun kennis en informatie te delen. Maar het gaat ook over wat “professional” nu eigenlijk betekent, of dit concept iets anders betekent in de Dovengemeenschap dan in de horende wereld, en hoe de betekenis van “professional” in de Dovengemeenschap geëvolueerd is, want de betekenis blijkt niet meer dezelfde als die van pakweg 30 jaar geleden. Een ander belangrijk thema is de betekenis van kwalificaties en diploma’s. Daarvan blijkt de waarde in de Dovengemeenschap en de horende wereld omgekeerd evenredig. Dit alles vergelijk ik in m’n literatuuroverzicht met de zwarte gemeenschap, ook een minderheidsgroep die met net hetzelfde te maken heeft gehad.
De deadline: eind september. Het is nog niet af, dus er zal wat werk mee naar België moeten.
Als ik hier binnen een jaar (of twee) terugkom, zou ik het geheel willen uitbreiden, en Deaf professionals willen bevragen in heel Engeland, maar ook de visie van de Dovengemeenschap willen te weten komen. En de mate waarin de generatie van jonge professionals (die nu eind twintig, begin dertig, is) verschilt van de oudere generatie. Iets waarvoor ik nu geen tijd had.
Abstract in het Engels (voor de Supporting Deaf People Online conference in november) is hier te lezen.
Leave a Reply